Orpheus in de dessa (G)

Augusta de Wit

 

Primaire gegevens

Dit boek is geschreven door Augusta de Wit. De titel is Orpheus in de dessa en het boek is uitgegeven in het jaar 1903.

 

Inhoud (samenvatting)

Willem Bake is een jonge ingenieur bij een suikerfabriek op Java. Hij is druk bezig zich voor te bereiden op de komst van een nieuwe machine, die moet zorgen dat zijn bedrijf nog beter zal gaan draaien. Op een avond hoort hij de klare, heldere en hoge tonen van een inlandse fluit (soelingan), die jonge mannen bespelen om hun geliefden naar buiten te lokken. Hij vindt het zo ontroerend dat hij op zoek naar de fluiter gaat. Hij vindt hem echter niet. De heldere deuntjes hebben bij Bake veel herinneringen opgeroepen. Als hij de volgende avond een wandeling maakt hoort Bake de fluitspeler weer. Hij hoort ook zijn naam sissend roepen. Als hij zich omdraait ziet hij de Indo - een kleurling en de boekhouder van de fabriek - in de bosjes liggen. De Indo gebaart dat Bake naast hem moet komen liggen, om vooral de rust niet te verstoren. Si-Bangkok, zoals de fluitspeler heet, fluit om een leguaan te bedwelmen. Als dat gebeurt, geeft de Indo het dier een zachte klap met een stok, waarna het dood is.

 

Bake vraagt aan Si-Bengkok om de volgende avond bij hem te komen fluiten, maar Si-Bengkok komt niet. Bake vraagt dan aan Indo waarom Si-Bangkok niet gekomen is. Deze zegt dat je een inlander moet dwingen om iets voor een buitenlander (waarmee hier dus de Nederlanders bedoeld worden) te doen. Ook zegt hij dat inlanders eigenlijk in hun hart allemaal dieven zijn.

 

Gestuurd door de Indo komt hij later wel, maar is erg schuw, Bake stuurt hem dan maar weer weg met het beloofde dubbeltje. ‘s Avonds keert de jongen steeds weer terug, en wordt steeds minder schuw. Hij vertelt Bake van alles over de inlandse gewoonten, zoals rijstoogst en oogstfeesten. Ook vertelt Si-Bengkok hem van alles over Allah, en andere goden en godinnen. Si-Bengkok heeft geld nodig en vraagt daarom aan Bake om een voorschot omdat hij niet in zijn levensonderhoud kan voorzien.

 

Na een tijdje komen de onderdelen van de nieuwe machine aan en wordt Bake helemaal door dat werk in beslag genomen. Hij kan veel geld verdienen als de komende campagne goed gaat. Maar de resultaten vallen tegen. Bake zoekt naar de oorzaak maar vindt hem niet. Dan krijgt hij een tip van de Indo dat hij een medewerker van de fabriek eens in de gaten moet houden.

 

Hij vergeet Si-Bengkok helemaal en ook de belofte om hem een voorschot te geven. Als Bake erachter komt dat degene, die Indo had getipt, telkens met de machine knoeit, schopt Bake hem helemaal in elkaar. De inlander had de stroomtoevoer gesaboteerd door hem bijna af te sluiten.

 

Nu het met de machine goed gaat is Bake tevreden. Maar verhalen doen de ronde dat er buffels zijn gestolen. Bake vertrouwd de inlanders niet, want de Indo had gewaarschuwd dat inlanders in hun hart allemaal dieven zijn. Er worden zes buffels gestolen. De volgende week wordt er alarm geslagen als er nog eens drie buffels gestolen worden. Bake gaat met de Indo achter de dieven aan. Na een tijd gereden te hebben komen ze de dieven op het spoor en Bake is degene die het schot lost. Als hij dichterbij komt zien ze dat Bake Si-Bengkok heeft neer geschoten. Si-Bengkok had met zijn fluit de buffels betoverd en de andere inlanders hadden ze op de wagens getild. Bake vroeg aan hem waarom hij dat gedaan had, en hij antwoordde: „Ik ben een al-te-arm mensch... ”. Si-Bengkok is ernstig gewond geraakt en sterft op de kar waarmee hij naar het dorp wordt gebracht, zijn hoofd in de schoot van Bake. Bake vindt dit zo erg. Nu beseft hij pas hoe egoïstisch hij eigenlijk bezig was en dat hij Si-Bengkok helemaal vergeten had, ook het voorschot dat hij aan de jongen had beloofd.

 

DE VERDIEPING

Compositie en tijdsverloop

Het boek is waarschijnlijk geschreven in de koloniale tijd. Het verhaal gaat over de koloniale tijd, waarin Indonesië nog een Nederlandse kolonie was. Ook wordt er ouderwetse taal gebruikt in het boek. Verder wordt het verhaal in chronologische volgorde verteld zonder flashbacks of flashforwards.

 

Ruimte

Het verhaal speelt zich af op het eiland Java in Indonesië. Op dit moment is het nog een kolonie van Nederland. Veel dingen gebeuren vaak in de fabriek of in het bos.

 

De wijze van vertellen

In het boek wordt gebruik gemaakt van een alwetende verteller. De verteller vertelt alleen wel vanuit het perspectief van Willem Bake, dus je volgt hem als het ware vanuit boven.

 

Thema

Schuldgevoel

 

Motief

Vriendschap, trouw, eenzaamheid

Personages

Willem Bake:

Bake werkt als technisch ingenieur in zijn eigen suikerfabriek en fantaseert dan ook veel over rijkdom. Hij wordt een beetje vrienden met Si-Bengkok en behandeld de andere inlanders ook erg goed. Later in het verhaal begint hij zich een beetje egoïstisch te gedragen en krijgt daar op het eind erg veel spijt van.

 

Si-Bengkok:

Si Bengkok is een arme jongen die op het eiland Java woont. Hij speelt altijd zijn fluit en ontmoet op een gegeven moment Willem Bake en begint hem te vertrouwen, ondanks dat hij op het begin heel schuw tegen Bake deed. Hij heeft verdorde enkels en daarom heeft hij waarschijnlijk ook zijn naam Si-Bengkok, oftewel mismaakte.

 

Indo:

Indo heeft een Nederlandse vader en een inlandse moeder. Hij is de boekhouder in de suikerfabriek. Doordat hij half Nederlands en half inlands is, adviseert hij Bake veel over Java en de inlandse bevolking. Hij spreekt erg negatief over het inlandse volk en zelf begrijpt Bake dit niet helemaal.

 

 

Titel, ondertitel en motto

De titel is Orpheus in de dessa. Orpheus is een figuur uit de Griekse mythologie. De god Apollo schonk Orpheus de lier, waarmee hij de mens tot zachtheid stemde en waar de dieren naar kwamen luisteren. Dit verwijst naar Si-Bengkok die met zijn fluit ook de mensen en dieren kon betoveren. Dessa betekent dorp, dus dit deel van de titel verwijst naar de plek waar het zich afspeelt.

 

Keuzeopdracht

Interviewer: Hallo Willem Bake. Wij hebben zojuist gehoord dat er een paar buffels van u zijn gestolen. Heeft u enig idee wie zoiets nou zou kunnen doen?

Willem Bake: Ik heb geen idee. Ik heb hier geen vijanden. Ik en de inlanders kunnen het goed met elkaar vinden en we helpen elkaar graag. Toch moet ik zeggen dat ik niet alle inlanders helemaal vertrouw.

Interviewer: Maar meneer Bake, hoe komt het dat u sommige inlanders hier dan niet vertrouwt?

Willem Bake: Ik ben hier natuurlijk nog niet zo lang. Ik kom uit Nederland en ben hierheen gekomen om te werken in een suikerfabriek, dit is de ideale plek om zoiets te doen. Ik heb hier een vriend die half Nederlands is en die helpt me graag. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik me hier meer thuis voel. Ook heeft hij me geholpen met het leren van de normen en waarden. Hij vertelde me niet alle inlanders altijd even eerlijk zijn.

Interviewer: Wat bedoelt u precies met ‘Niet altijd even eerlijk zijn’?

Willem Bake: Ik begrijp natuurlijk dat niet alle inlanders het heel erg breed hebben, daarom zal het me ook niet verbazen als een bewoner hier mijn buffels heeft gestolen. Zij begrijpen ook dat ik het breder heb dan zij. Er is namelijk een tijdje terug ook met mijn machine geknoeid. Daardoor heb ik een tijdje niet kunnen werken, zoals ik had gewild. Deze persoon of personen die nu mijn buffels hebben gestolen zorgen er niet echt voor dat mijn vertrouwen bij de inlanders omhoog gaat.

Interviewer: Ik begrijp uw frustratie. Ik hoop dat uw buffels snel gevonden zullen worden, zodat u verder kan met uw bezigheden.

 

Literaire vormen

Toneel

Maak jouw eigen website met JouwWeb