Karel en de Elegast
Karel werd aangesproken door een engel, hij moest stelen. Hij werd anders vermoord. Karel begreep niet waarom hij moest stelen, omdat hij genoeg geld had, hij was immers koning. Karel wilde alleen God wel gehoorzamen. Hij werd drie keer door de engel geroepen, voordat de engel weg ging. Drie is een heilig getal, dus besloot Karel toch te stelen.
Tijdens zijn tocht ontmoette Karel Elegast Het land van Elegast was afgepakt door Karel, waardoor Elegast moest stelen om te overleven. Elegast stal alleen niet van arme mensen, wat erg hoofs was. hierdoor Karel waardering kreeg voor dieven en dus besloot geen doodstraf meer te geven aan mensen die stelen.
Karel daagde Elegast uit tot een één op één duel, wat ook weer heel hoofs was. Karel brak het zwaard van Elegast en brak zijn helm door midden. Karel vond het oneerlijk om met iemand te vechten die niet de gelijke wapens of bescherming had, dit is nog een voorbeeld van hoofsheid.
Elegast moest zijn naam vertellen, in ruil daarvoor moest Karel vertellen waarom hij aan het vluchten was. Elegast vertelde Karel dat hij steelt van rijken. Karel loog tegen Elegast en zei dat hij stal om rond te komen en dat hij Adelbrecht heet.
'Adelbrecht' stelde voor om van te koning te stelen, maar Elegast weigerde dit aanbod.
De koning was erg gemeen tegen de Elegast, maar zelfs toen toonde de Elegast nog respect naar hem.
Eggeric van Eggermonde is getrouwd met de zuster van de koning.
Elegast vertelde dat Eggeric de koning wilde vermoorden en daarom besloten ze om te stelen van Eggeric.
Elegast kon toveren, hiermee kon hij luisteren naar wat de dieren zeiden. De dieren vertelde dat de koning er was. Dit begreep Elegast niet, omdat hij dacht dat de persoon bij hem Adelbrecht was.
Elegast wilde het zadel met rood en gouden bellen eraan. Toen Karel het zalen pakte, werd Eggeric wakker. Hij wilde opstaan, maar zijn vrouw stopte hem om te vragen wat hij ging doen. Eggeric vertelde zijn vrouw dat hij Karel wilde vermoorden.
Elegast wilde terug gaan om Eggeric te vermoorden. Hij wilde niet dat de koning werd vermoord. Hierdoor merkte Karel dat Elegast trouw was.
Karel zorgde dat al zijn ridders gewapend bij hem klaar zouden staan om Eggeric en zijn ridders te vermoorden.
Daarna stuurde Karel boodschappen naar Elegast om te komen, zodat hij zijn excuses kon aanbieden
Elegast moest Karel vertellen hoe hij Eggeric wilde vermoorden. Hij moest onthoofd worden, maar Eggeric wilde lieve een tweekamp dan een onthoofding
Elegast bad naar God dat hij mocht blijven leven. (In die tijd was bidden vaak een oplossing om dingen proberen te voorkomen)
Eggeric viel van zijn paard, maar Eggeric liet hem terug om zijn paar klimmen. Het was anders geen eerlijk duel. (Weer een voorbeeld van hoofsheid)
Karel bad naar God. Hij wilde dat het gevecht stopte. Ineens hakte Elegast Eggeric zijn hoofd eraf.
In het boek gaat het veel over God. Het bericht is om altijd in God te geloven.
Maak jouw eigen website met JouwWeb